Dit is naar mijn mening veel te oppervlakkig en simplistisch allemaal. Paar opmerkingen mijnerzijds dan maar:
1. Een mens kan alleen de bereidheid hebben te vergeven. De Vader bewerkstelligt de daadwerkelijke vergeving, ook de vergeving in een mens van een andere mens. En iemand vergeven wil nog niet zeggen dat men op de oude voet van omgang met elkaar moet blijven doorgaan. Het is geen sociologisch geneuzel, het gaat veel dieper dan dat. Vergeving heeft ten diepste naar mijn ervaring te maken met de bereidheid los te laten, zodat men ook kán worden losgelaten door de gebondenheid.
2. Geloof en vergeving zijn wel degelijk een proces, en wel een proces dat een heel leven duurt, tot en met de laatste ademteug. Iedere mens IS al vergeven, zowel gelovigen als ongelovigen. De ongelovige heeft daar geen bewustzijn, geen besef van, moet nog tot besef komen, tot bewustzijn van zonde en tot besef van de noodzaak om het reeds gedane Offer te willen aanvaarden. De gelovige is reeds tot dit bewustzijn gekomen. Men IS reeds vergeven. Zolang een mens in de stof is, behoort hij echter tot de gevallen wereld, ook al is hij óók reeds een hemelbewoner. En zolang een mens met zijn gevallen lichaam in de gevallen wereld leeft, leeft hij fysiek in de wereld van de gevolgen. Niet 1 mens op aarde behoort 100 procent tot de wereld van de Eerste Oorzaak. Daar zullen wij eens naar terugkeren. Een gelovige is een mens van twee werelden, staat met 1 voet in de hemel en met 1 voet in de gevallen wereld. En tot dat laatste behoort hij fysiek tot aan zijn dood of , indien de Heer eerder komt, tot aan de komst van de Heer. Dit betekent dat ook de gelovige tot aan zijn dood de gevolgen ervaart van het leven in de gevallen wereld met een gevallen lichaam. Doch hij mag weten dat hij zijn pad niet alleen hoeft te lopen en dat God met hem of haar is.
Deze punten te ontkennen, leidt tot desillusionering. Het gaat niet zozeer om wat er in een mensenleven gebeurt, maar hoe men daarmee omgaat. De gelovige mag weten dat hij zijn levenspad niet alleen hoeft te lopen.
De extremistische stromingen binnen het christendom die elk wonder en elke genezing als onmogelijk of van de duivel bestempelen, zijn wat dat betreft naar mijn mening en ervaring net zo gevaarlijk als de extremistische stromingen die eenzijdig van genezingsgetuigenissen en welvaartsaspecten blijven uitgaan en in feite weigeren verdere diepgang in het geloofsleven (=bewustzijn) te laten plaatsvinden. Dan blijft men hangen in spiritueel materialisme en persoonlijk vind ik dat net zo gevaarlijk als het ontkennen van de vele geschenken en genadegaven die een gelovige mag ontvangen op de momenten dat de Vader hem of haar die geeft.
Indien de Heer niet terugkeert (en dan laat ik het gehakketak over eerste en tweed wederkomst hier even helemaal buiten) binnen het tijdsbestek van een mensenleven, dan gaat een mens gewoon simpelweg fysiek dood. En een mens gaat niet van "ouderdom" dood. Dat wordt wel vaak gezegd in de volksmond, maar een mens sterft de fysieke dood omdat ie met een gevallen lichaam in een gevallen wereld leeft, in de wereld van de gevolgen, waaronder ziekte, vergankelijkheid en dood. Fysiek is en blijft hij onderhevig aan verval en (dus, mede daardoor) ziekte.
Soms vinden er wonderbaarlijke dingen plaats, waar ook een genezing toe kan behoren. Daar mag een mens God dan zeer voor danken. Overigens vinden wonderbaarlijke genezingen ook plaats buiten het christendom. En die genezingen komen niet van de duivel, die kan helemaal niemand genezen, die komen van God. Hele kankergezwellen verdwijnen soms zelfs direct onder de camera van het röntgenapparaat. Een aardig boek hierover is het boek van Caryle Hirshberg en Marc Ian Barasch, met de titel "Spontane genezing".
Overigens keren er soms ook mensen -ook ongelovigen trouwens - terug uit de dood. Er zijn gevallen bekend in de medische wereld, van mensen die al waren afgelegd en al drie dagen in de vriezer lagen in het mortuarium van een ziekenhuis. Toen de patholoog-anatoom sectie ging verrichten, kwam het lijk dan weer tot leven. Deze gevallen zijn bekend. Soms (maar niet altijd) zijn die mensen dan ook gelijk genezen van kanker. Kennelijk heeft de tijd dat zij buiten het lichaam waren, er ook voor gezorgd dat zij hun lichaam konden helen bij terugkeer in het lichaam.
Dit soort zeldzame maar wel voorkomende voorvallen zouden een aanwijzing moeten zijn voor de artsen en wetenschappers dat er daadwerkelijk meer is tussen hemel en aarde. Ook de medici kunnen dus weten dat het leven niet ophoudt na de dood. En in toenemende mate zijn er medici die dit ook daadwerkelijk inzien. "Gewoon" op basis van de wetenschap.
De mens, ook de gelovige mens, weet nog heel veel niet over dit onderwerp. Een gelovige zou meer kunnen weten dan een ongelovige, maar juist veel gelovigen zijn bang voor deze onderwerpen en naar mijn ervaring in extremistische zin afwijzend. Misschien is het wel juist daarom dat deze informatie vaker terechtkomt bij andersgelovigen dan bij christenen.
In het onderzoek naar de moderne bijna-dood-ervaring blijft namelijk alleen het transcendente verklaringsmodel overeind. Psychologische, farmacologische, neurologische verklaringsmodellen vallen allemaal af, omdat ze geen van alleen het hoofdelement verklaren. En ook en soms juist vele christenen willen dat niet waar hebben. Juist zij die geen angst zouden hoeven hebben, reageren vaak panisch en afwijzend. Dit is al tientallen jaren zo, dus: het zij zo.
Met groet, Anja
_________________ Solo Christo
Unthinking respect for authority is the greatest enemy of Truth (naar Einstein).
Though I walk through the valley of the shadow of death, I will fear no evil for Thou art with me....(Ps.23:4)
|