In de Bijbel noemt Johannes de kracht het Woord, Logos.

De denkwereld van Johannes was Joods, zijn denkpatronen werden mede gevormd door de Thora, de religieuze Hebreeuwse denkwereld. Dat denken moest vertaald worden naar de wereldtaal van toen, het Grieks.

In het Grieks staat er - logos-, maar Johannes was een Joodse man die bekend was met de Tenach, het Oude Testament. Johannes dacht in het Hebreeuws, de taal van de synagoge, maar moest om het evangelie onder de volken te kunnen brengen, vertalen naar het Grieks, de wereldtaal van toen.

Het Hebreeuws voor "woord" is dabar. Dabar betekent daarbij ook een actief principe, zoiets als "doen", "gebeuren", "daadkracht". We zouden de proloog nu ook zo kunnen lezen. (In den beginne) De Eersteling was Daadkracht en Daadkracht was bij God, en Daadkracht was God. Daadkracht is vlees geworden.

Zo laat Johannes weten, dat Gods scheppende vermogen zich in Jezus heeft geopenbaard. Jezus heeft van die Kracht laten zien. Nog steeds openbaart Hij zich. Zo houdt de gelovige het voor waar dat Jezus de Heer altijd en overal present is.

Om aan te geven wat ik geloof, citeer ik eerst een paar verzen:

"opdat zij Mijn blijdschap vervuld mogen hebben in zichzelven. Ik heb hun Uw woord gegeven; en de wereld heeft ze gehaat, omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk als Ik van de wereld niet ben. Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van den boze. Zij zijn niet van de wereld, gelijkerwijs Ik van de wereld niet ben. Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid." (Joh. 17:13b - 17).

De gelovige is, zo staat hier, geroepen om de blijdschap te vervullen in zichzelf. Innerlijk dient men zich de blijdschap van Christus toe te eigenen.

In "Ik heb uw Woord gegeven" schenkt Christus Zichzelf als het Woord. Hij is het Woord dat uit de mond van God uitgaat (Jesaja 55:11). "Ik heb uw Woord gegeven" mag ik verstaan als het geschenk van het Woord, dat in mijn en jouw hart wil wonen.

Dit zegt de Heer, "Adonai": Zo is ook het Woord dat mijn mond verlaat. Het keert pas terug als het zijn doel bereikt heeft, dus wanneer het Mijn wil heeft uitgevoerd, Zijn taak heeft volbracht (naar Jesaja 55:11).

In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Alle dingen zijn door Hem geworden (Joh.1:1)

Johannes gebruikt voor het woord "Woord" Dabar. Dabar draagt een actief principe in zich, het heeft veel betekenissen, maar in de meeste gevallen zouden we het Nederlandse woord daadkracht kunnen gebruiken. Daar begint Johannes zijn evangelie mee. De eerste tekst uit Johannes zegt eigenlijk: Dabar (het Woord) is in de wereld gekomen. Door Dabar (het Woord) is alles geworden wat geworden is. Dabar (het Woord) is de daadkracht uit God en de daadkracht die God is.

Wat wil een woord? Een woord wil zich meedelen. Een woord draagt iets over. Het draagt een symbool in zich dat begrepen moet worden, iets dat begrepen, iets dat aanvaard wil worden.

In de Bijbel reikt het verder. Daar is het Woord de kracht van God.

In vers 17 staat dan: Uw (Woord, Dabar) Daadkracht is de Waarheid.

Het Woord betekent dus niet de Bijbel, maar Christus.

Jezus, in zijn uitgebreidheid als de Zoon van God, is het geopenbaarde Woord. Wanneer wij over Jezus spreken moeten wij meenemen dat God Zich in Hem openbaart, Hij deelt Zich in Jezus mede. God is de waarheid.

Jezus die Zich als misdadiger voor Pilatus, de wereldse rechter, moet verantwoorden zegt: "Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik van de Waarheid getuigenis zou geven. Een ieder die uit de waarheid is, hoort Mijn stem". Pilatus zei tot Hem: "Wat is waarheid?" (Johannes 18 :37,38)

Je moet dus uit de Waarheid, je thuis weten in het Koninkrijk van de Waarheid om de stem van de Waarheid, ofwel de stem van Jezus, te kunnen verstaan.

Wanneer het kruiswoord "Het is volbracht" weerklinkt, heeft Jezus als Woord van God zijn taak volbracht voor jou en mij. Zo is Jezus de Vervulling als Agnus Deï, als het Lam Gods. Hij is de Thora, het Woord van den beginne.

Dat je Jezus, als Het Levende Woord, in je hart welkom mag heten.

Shalom, Theo Bert