Forum www.gelooft.com

Het is momenteel ma 29 apr 2024 13:02

Alle tijden zijn UTC




Nieuw onderwerp plaatsen  Reageer op onderwerp  [ 0 berichten ] 
Auteur Bericht
 Berichtonderwerp: De rust die men binnengaat.
BerichtGeplaatst: ma 30 nov 2015 15:17 
Offline
Route begonnen
Route begonnen

Lid geworden op: do 19 nov 2015 02:30
Berichten: 186
Dag allemaal,

Er zijn gelovigen die o.a. de teksten in de Hebreeën-brief over een rust/een sabbat gebruiken als bewijstekst voor de gedachte dat er in een 1000-jarig rijk een sabbat moet worden gehouden (heb ik ooit ergens gelezen), zie Jes. 66:22-23. Ook zijn er gelovigen die de teksten gebruiken voor de gedachte dat de 7e rustdag van God nog voortduurt in het heden, en daaruit wordt dan de gedachte gevormd dat elke scheppingsdag 7000 jaar duurt, en dat we nu ongeveer 6000 jaar daarvan achter de rug hebben en dat er dus nog die laatste 1000 jaar van rust onder het koningschap van Jezus en zijn koninklijke priesters moet komen.

Ik probeer het van een andere kant te benaderen:

In Matth. 11:28-29 zegt Jezus:

“Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven; neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en mijn last is licht.”

Kunnen we deze rust die we ontvangen door tot Jezus te gaan, slechts in de toekomst ervaren, of ook in ons huidige leven?

Bij de beantwoording van deze vraag heb ik zowel Openbaring 14:13-14 in gedachten, waar staat: “En ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: Schrijf, zalig de doden, die in de Here sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, dat zij rusten van hun moeiten, want hun werken volgen hen na”, als Hebreeën 3 en 4 in gedachten, waar er wordt gesproken over het gevaar van afval van het geloof, wat gelijk wordt gesteld met ontrouw en ongehoorzaamheid, met verharding door misleiding van de zonde en verbittering ten opzichte van God, waardoor er zich een boos en ongelovig hart ontwikkelt, maar ook over het “tot de rustplaats” en tot de “rusttijd” in te gaan.

Wat Openbaring 14:13-14 betreft, er wordt niet gezegd: “Zalig de gelovigen die in de Here sterven”, alsof het zou gaan om een letterlijk sterven van een gelovige. Het gaat over ‘doden’ die ‘sterven’. En dan kan het m.i alleen maar gaan over mensen die geestelijk dood zijn in hun goddeloze werken. Als zij dan ‘in de Here sterven’ dan heeft dat m.i. met de doop in de dood te maken, de doop in de dood die door Paulus in Romeinen 6:1-23 wordt besproken. De moeizame werken zijn geen geloofswerken, maar de werken der zonde. Deze gaan ten gronde samen met de persoon die tot Jezus komt en rust ontvangt van de vermoeiende last die men draagt als gevolg van de zonde, en wat wordt veranderd in een rust hebben in het leven wat men in het hier en nu leeft als christen. Vanaf de dag dat Jezus de wet van de zonde en de dood ophief, dus van die dag af aan, rusten christenen, en ze zijn tot rust gekomen van hun boze werken, zoals ook Hebreeën 4:10 zegt: “Want wie tot zijn (Gods) rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de zijne”.

Mocht het echter wél om gelovige doden gaan, die door volharding en het bewaren/houden van de geboden Gods en het geloof in Jezus (Openbaring 14:12), hun volharding moeten bekopen met de dood, dan weten zij dat hun geloofswerken die zij in moeite hebben verricht, met hen gaan en hen vrijpleiten van ongeloof en ongehoorzaamheid, en dat zij in geluk rusten in de hoop op de eerste opstanding, die ten eeuwige leven.

Zij weten dat welke belofte er ook is, in Jezus het ‘Ja’ is. Daarom is ook door Jezus het: ‘Amen’, tot eer van God door ons (2 Kor. 1:20). En nu, in het heden, is de tijd van redding en de tijd van aanvaarding (2 Kor. 6:1-2). Ook weten zij dat in Jezus de belofte die God aan de vaderen gegeven heeft, aan allen (zowel zonen van het geslacht van Abraham als aan vereerders van God - Hand. 13:26) totaal, geheel compleet vervuld is, zoals het woord ‘ekplêroô’ wat gebruikt wordt in Hand. 13:32, betekent, en dat vergeving verkondigd wordt, ook van alles waarvan men niet gerechtvaardigd kon worden door de wet van Mozes, en dat ieder die gelooft, gerechtvaardigd wordt door Jezus (Hand. 13:26-41).

Dan Hebreeën 3 en 4.
Allen die onder Mozes’ leiderschap uit Egypte waren vertrokken, op een paar na (Jozua en Kaleb, twee van de twaalf verspieders) kwamen niet aan in het beloofde land maar stierven in de woestijn. Zij gingen de rustplaats niet binnen wegens hun ongeloof. Hun lijken lagen in de woestijn ten gevolge van hun zonden (Numeri 14:23; Psalm 95:7-11). Een volgende generatie ging het land (de rustplaats) binnen, niet onder Mozes, maar onder aanvoering van Jozua.

Toch bestaat er een belofte van “tot zijn (Gods) rust in te gaan”, in dit geval een rusttijd. Degenen die in de woestijn stierven, was het evangelie verkondigd, maar zij geloofden het niet toen zij het hoorden, en dat terwijl zij veertig jaar lang de wonderen van God hadden gezien gedurende hun tocht door de woestijn.

Aangezien nog te verwachten is (zegt de Hebreeën-schrijver) dat sommigen (tussen komst en wederkomst) tot die rust zullen ingaan, en zij, die het evangelie eerst ontvangen hebben (degenen die in de woestijn waren) niet ingegaan zijn wegens hun ongehoorzaamheid, stelt God wederom een dag vast (naast die rustplaats die door de generatie Israëlieten was ingegaan die wél geloofden in dat evangelie), en dat noemt God ‘heden’, als God door David na zo’n lange tijd na de woestijntocht en de intocht in het beloofde land, spreekt in Ps. 95:7-8 over: “Heden, indien gij zijn stem hoort, verhardt uw harten niet.”

Want indien Jozua hen in de rustplaats/rusttijd gebracht had die God werkelijk bedoelde, dan had God niet meer over een andere, latere dag als ‘heden’ gesproken door David in zijn psalm. Er blijft dus een, van Davids tijd uit gezien, sabbatsrust over voor het volk van God (en deze rust is m.i. tussen de 1e en de 2e komst van Christus). Want wie tot Gods rust is ingegaan (doordat hij Jezus heeft aangenomen), is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de zijne op de zevende dag (Hebreeën 4:4).

Laten wij er dus ernst mee maken om tot die rusttijd in te gaan, opdat niemand ten val kome door dit voorbeeld van de ongehoorzame Israëlieten in de woestijn, toen zij niet geloofden in de boodschap van de twee getrouwe verspieders Jozua en Kaleb.

Want de woorden die God sprak tot de Israëlieten en wat hij tot ons spreekt, zijn levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het scheiding maakt tussen ziel en geest, tussen gewrichten en (ruggen)merg, en het schift (be/veroordeelt) overleggingen en gedachten van het hart; en geen schepsel is voor God verborgen, want alle dingen liggen open en uitgerekt ontbloot zoals de hals van een offerdier voor de ogen van God voor wie wij rekenschap hebben af te leggen.

Mijn gedachten voor wat ze waard zijn.

Groet,
Elle

_________________
"Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Heer, Jezus Christus."

Romeinen 5:1 - NBG-51.


Omhoog
   
Toon berichten van afgelopen:  Sorteer op  
Nieuw onderwerp plaatsen  Reageer op onderwerp  [ 0 berichten ] 

Alle tijden zijn UTC


Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 2 gasten


Je kunt niet nieuwe berichten plaatsen in dit forum
Je kunt niet reageren op onderwerpen in dit forum
Je kunt niet je eigen berichten wijzigen in dit forum
Je kunt niet je eigen berichten verwijderen in dit forum

Zoek op:
Ga naar:  
© 2007 - 2019 XsBB
ThinCab - Gratis weblog? - Gratis forum?
Powered by phpBB® Forum Software © phpBB Limited
Nederlandse vertaling door phpBB.nl.